donderdag 26 januari 2006

Deel III: Sam: "Mijn laatste rondje gelopen in de tuin".




....Uiteindelijk heb ik nog een laatste rondje gemaakt in de tuin. Eventjes in het zonnetje gezeten, het was een mooie dag, het was 26 januari 2006. Ik moest zien of ik mijn territorium met een gerust hart achter kon laten. Ik heb wat water gedronken uit mijn emmertje buiten. Toen ik weer binnen was ben ik niet, zoals gewoonlijk, naar boven gegaan. Ik ben in de kamer op de convectorput gaan liggen, lekker warm. Ik was moe en ik had het koud. Laat ze maar komen dacht ik. Het is goed zo. Ik kon er op deze manier straks zijn voor Abby. Ze was ondertussen ook erg ziek en het was voor de baasjes zo moeilijk om voor twee zieke katten te zorgen. Abby had nu een enorme dikke opgezette buik met vocht. Het heette FIP en ze kon niet meer beter worden. In twee weken tijd ging ze enorm hard achteruit. De altijd vrolijke Abby, ze was nu zo stil maar ze hield er nog steeds van om gekriebeld en geaaid te worden door de baasjes. Dan kon ze zo hard spinnen dat ik haar vanaf hierboven kon horen. Ze lag alleen nog maar, de hele dag, stil in haar hangmandje. Ze kwam er alleen nog uit om een likje water of één brokje te nemen. Plassen lukte ook bijna niet meer, althans de coördinatie was niet meer zo best en ze plaste meestal over de rand van de kattenbak. Daar had ze geen benul van hoor, het ging volkomen langs haar heen. Daarna sleepte ze zich terug naar haar mandje. Onderweg moest ze een paar keer rusten, zo moe was ze. Ze werd dan door het vrouwtje in het mandje getild want daar kon ze zelf niet meer inspringen. Het was zo zielig voor Abby.
Onze baasjes vonden het genoeg en ze hebben Abby naar mij toe laten gaan. Het was 3 februari en ze vroegen mij in gedachten of ik goed voor haar zou zorgen. Het was nu een week geleden dat ikzelf afscheid heb moeten nemen en nu was het voor Abby ook zover. Haar papa is hier nu ook, hij had helaas ook FIP en waarschijnlijk had Abby daarom de pech om het ook te krijgen. Liefs en heel veel mrauwels van Sammie

Deel II: Sam: "Jammer dat ik ziek werd".



....Jammer dat ik ziek werd en niet meer geopereerd kon
worden, dan had ik nog langer kunnen blijven. Niet dat ik zo dol ben op operaties. Ik heb er genoeg gehad om te weten dat het niet leuk is. Ik had al eens eerder een tumortje gehad aan mijn teentje. Dat bleef maar bloeden. Dat tumortje konden ze wel weghalen. Die grote in mijn hals niet. Die zat muurvast. Ze hebben een punctie gedaan. Zonder narcose. Ik voelde het niet eens, zo dik was die bult. Het was opgestuurd naar het Pathologisch Laboratorium. Ze wisten bijna zeker dat het uitgezaaid was ( i.v.m. de tumor aan mijn teentje ). Ik wist het in augustus 2005 en in januari erna ging het steeds slechter met me. Eind november 2005 kwam Abby hier wonen. In het begin moest ik niets hebben van haar. Jeetje, ik dacht " ik blijf boven wonen". Later vond ik dat jonge katje wel heel schattig. Ik ging echt van haar houden, ze was zo leuk. Ze ging me steeds opwachten achter de deur en dan ging ze me bespringen om daarna keihard weg te rennen. Op de krabpaal ging ze me ook steeds uitdagen maar gezellig was het wel. Totdat ze ook ziek werd. Dat vond ik wel heel erg. Ze was nog zo jong. 5 maanden oud en ze kon niet meer beter worden! Helaas was ik eerst aan de beurt. Ik kreeg het eten niet meer weg doordat die bult in de weg zat. Het drinken ging ook steeds slechter, het slikken ging moeilijk. De kilo’s vlogen er bij mij af en ik was nooit de magerste met mijn 6 kilo. Ik had niet echt pijn hoor maar ik werd zo zwak en kon nog maar moeilijk de trap opkomen. Ik had namelijk niet meer zoveel zin om in de kamer te zijn.. Natuurlijk vond ik de baasjes en Abby nog steeds lief maar ik wilde graag in alle rust liggen. Lekker boven, in mijn mandje of op zolder........

Deel I: Sam: "Ik zal jullie nooit vergeten !"




Ik ben helaas niet meer bij mijn baasjes. Ik moest de wereld verlaten omdat ik zo ziek was dat ik amper nog kon lopen. Ik had graag nog wat langer willen blijven want ik wist dat mijn baasjes me niet wilden missen, ze houden nog steeds heel veel van mij ook al ben ik er niet meer. Maar hier zaten ze op me te wachten, ook mijn vriendje Mick. Ze wisten dat mijn tijd beneden er op zat. Ik zou nooit meer beter worden. Ik mis ze wel, mijn baasjes maar ik voel me nu gelukkig en blij want ik heb geen last meer met slikken. Ik ben ook niet meer zo vreselijk moe en ik heb geen pijn. Maar ik vond het leven bij mijn baasjes ook zo leuk.
Ik ben in 1993 bij het vrouwtje komen wonen en ik heb daar verschillende kattenvrienden gehad in de buurt waar ik toen woonde. Zelfs een hondenvriendje, Moos. Het baasje heeft in het begin veel met me te stellen gehad dus heb ik besloten toen ik volwassen was om het roer om te gooien en het haar wat makkelijker te maken. Ik krabde eerst aan de bank, liep alle planten stuk, klauwde aan de houten kastjes, kroop in de koelkast en stookte mijn beste vriend Mick op om steeds tijdens het eten op tafel te klimmen en eten weg te jatten. Mick werd op straat voor het huis aangereden en ging toen weg van mij. Nu begrijp ik waar hij heen is gegaan. Hij heeft hier op mij gewacht. Ik heb moeten janken toen ik hem hier zag, zo blij was ik.
Ik ben met het vrouwtje verhuisd naar het baasje. Eerst op een flat, daar had ik een balkon. Dat vond ik niet erg hoor, ik hoef niet persé "de hort op". Binnen kon ik ook rennen, springen en 's nachts mijn baasjes wakker maken. Ik heb het fijn gehad. In mijn laatste huis kon ik wel buiten lopen, in de tuin. Ik had niet zo de behoefte eruit, over de schutting, te gaan. Ik had gezien wat er met Mick gebeurde. Ik hield wel de wacht hoor, in de tuin. Geen vreemde buurkatten in MIJN tuin. Ik heb er een keertje een over de schutting gejaagd. Nou de witte haren lagen op de stoep en ik kan je zeggen die zijn niet van mij want ik ben zwart. Ik ben heus niet heel stoer, eigenlijk ben ik best een bangerik maar als het om je eigen tuin gaat moet je het niet laten merken dat je bang bent. Ik was wel erg bang voor vuurwerk ( dan kroop ik weg in de kledingkast, lekker veilig ) en andere soorten hard geluid. Wat ik ook geweldig vond was om tussen de baasjes in te liggen als ze op bed lagen. Meestal ging ik als het licht uitging, aan het voeteneind liggen slapen. Ik heb een eigen krabpaal gehad maar die moest ik niet, ik wilde een stoel en die heb ik gekregen. Ik zie dat ze hem nog steeds hebben op zolder, hihi, het vrouwtje kan er geen afstand van doen en je moet eens zien hoe het eruit ziet. Ik luisterde altijd goed naar haar. Als ze riep kwam ik meteen. Soms sputterde ik tegen en mrrauwelde ik tegen haar maar ik deed wel altijd wat ze zei. Ik was dol op allebei mijn baasjes en wachtte ze altijd op als ze thuiskwamen. Dan stond ik al bij de deur. Ik herkende zelfs hun auto. Drinken deed ik altijd buiten, uit een emmer. Regenwater is nou eenmaal veel lekkerder als kraanwater. Tenslotte is het een beetje mijn oerinstinct om zelf mijn water buiten op te zoeken. Ik was ook dol op spulletjes verslepen. Nee, geen speeltjes maar spullen van de baasjes. Sokken uit de kast halen, onderbroeken, handdoeken noem maar op. Het was altijd een verrassing als ze dan thuis kwamen wat ik nu weer had gepresteerd. Ze vonden het heus wel leuk hoor want ze moesten er altijd om lachen. Als ze visite hadden haalde ik die truc ook wel eens uit en sleepte ik gewoon ook wat de kamer in. Dat mekkerde ik er ook wat bij om het leuker te maken. Verder …die heerlijke zomers in de tuin, lekker in het gras liggen of heerlijk liggen draaien in het kattenkruid. Zalig, als ik dan een beetje high werd van dat spul........

Sam